We mogen weer terug naar kantoor! En dat is te merken, want de spits is in zijn volle glorie terug. Maar toch blijven er nog genoeg kantoren leeg of gedeeltelijk leeg. Want de anderhalve meter afstand houden mag dan verleden tijd zijn, hybride werken lijkt daarentegen here to stay.
Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Werkgevers waren niet voor niets lang huiverig voor het idee van afwisselend thuis en op kantoor werken. Want hoe richt je zoiets in? Wat werkt (letterlijk) en wat niet? We geven een voorzet.
Hybride werken: wat werkt voor jou?
Laten we meteen maar even duidelijk zijn: hybride werken is geen one size fits all. Het hangt allereerst af van de sector waar je in werkt, wat voor taken je bijvoorbeeld hebt en met hoeveel collega's je samenwerkt. Hybride werken is een ingewikkelde puzzel, en dat heeft voor werkgevers lange tijd de drempel verhoogt om het in te voeren. Om hen op weg te helpen, schreef Kim Spinder het boek Eerste hulp bij hybride werken. En dat is ook voor werkgevers een handig boekje. Want bij hybride werken gaat het veel minder over de keuze tussen uit of thuis, en veel meer over wat jij een fijne manier van werken vindt.
Dat is überhaupt goed om over na te denken, maar mocht je werkgever bezig zijn hybride werken in te voeren, dan is het helemaal zaak om helder te krijgen hoe jij het liefst je werkweek doorbrengt. Want als je werken op kantoor hebt gemist, wat miste je er dan precies aan? Is dat een afgebakende ruimte om in te werken, of meer het sociale contact? En op welke momenten mis je het kantoor juist helemaal niet?
Probeer voor jezelf helder te krijgen wat je wensen zijn als het gaat om hybride werken. Volgens Spinder is het belangrijk dat er naar iedereen uit het team wordt geluisterd, zo laat ze weten aan EenVandaag, alleen zo kan het een succes worden. En dan is het nog trial and error.
De twee grootste obstakels bij hybride werken
Het is nog amper voor te stellen, maar aan het begin van de pandemie moesten we halsoverkop en noodgedwongen thuiswerken. Toen liepen we al vrij snel tegen twee dingen aan: we misten onze collega's, en de techniek liet ons in de steek. Ook nu, nu we weer terug naar kantoor mogen, zijn dit de grootste obstakels als het gaat om succesvol hybride werken.
Oké, eerst die techniek. Dat gaat vooral over online vergaderen. Natuurlijk, de kwaliteit van videobelverbindingen is enorm verbeterd. Maar als je van je werkgever niet per se live aanwezig hoeft te zijn bij een vergadering, dan ga er maar vanuit dat het lastig meepraten is met je collega's die wél aanwezig zijn. Maar daar is gelukkig goede techniek voor, weet Spinder. Zo is er een speciale microfoon waardoor jij evenveel kans krijgt aan het woord te komen als iemand die fysiek aanwezig is. Check, probleem opgelost.
Dan het sociale aspect. Thuiswerken in je uppie was eerst misschien een verademing, maar inmiddels ben je vast toe aan het rumoer van een kantoor, en de inspiratie en gezelligheid die je van je collega's krijgt. Spinder raadt daarom aan om fysieke meetings (of dit nu een uur of een dag is) in te blijven plannen, ook al kiezen sommige collega's ervoor altijd thuis te werken.
Hybride werken kan dus zeker een succes worden, maar blijf vooral bij jezelf inchecken wat werkt en wat niet. Want hybride werken is geen one size fits all, en dat geldt ook voor jou.